[fb, concept, maart 2025]
[Uit GA, 3027 Archieven van den familie Van Nispen, inventarisnummer 1299. In deze computer IMG_6143.HEIC, gefotografeerd op 28-2-2025. Een handgeschreven afschrift door Van Nispen, onduidelijk]
[Van Nispen heeft dit overgenomen van originele akte, of van een afschrift door Zondervan. Het origineel bevindt zich in Het Oud-archief van Zevenaar en het Ambt Liemers (1501-1816), inventarisnummer 1262.
Rapport van dr. J. Averkamp te Emmerik betreffende de schatbare landen en de opbrengst van de schatting in het ambt Lymers. Gelijktijdig? afschrift, 1634, 1 stuk]
Copia berichts herr doctorn Averkamps wegen der contribution und landen in Lijmers (9 februari 1634) | Kopie van het bericht van dr. Averkamp, vanwege de belastingbijdrage en landerijen in de Liemers 9 februari 1634 |
Lijmerss Ad 1um Unter der Lijmersch sein vier kirspielen, alss nemlich Wehl, Alt Sevenahr, Gruessen und Duijven, wiewoll das Wehl ab antiquo nit unter der Lijmerss solte gehörrig sein gewest, und sein in dem neuen Landbuch die wenig unter diesen kerspel gelegene buerschafften nit so eigentlich von den kerspelen separirt, sonsten gehören unter Wehl zweij bauerschaften, und unter Alt Sevenahr auch 2 oder dreij alss nemblich Babberich, Holthuesen, Poelwich, Oij und upt Griet. Unter Gruessen, Löeffen und Leu. Und unter Duijven, Neuengraeff, dem also die Bauersleuthe ins gemein unter ihren kerspelen specificirt, wie folgt: Gedächtniss dass in der gantzen Lijmers 50 heelen, dreijling und halbe haussleuthe, nebens den kötern und taglöhners 210. | De Liemers Ad 1 De Liemers bestaat uit vier kerkdorpen, namelijk Wehl, Oud Zevenaar, Groessen en Duiven. Hoewel Wehl van oudsher niet tot de Liemers behoorde, zijn in het nieuwe Landboek de kleine buurtschappen die onder deze kerkdorpen vallen niet duidelijk van de kerkdorpen zelf gescheiden. Verder behoren tot Wehl twee buurtschappen, en tot Oud Zevenaar ook twee of drie, namelijk Babberich, Holthuizen, Poelwijk, Ooij en 't Griet. Tot Groessen behoren Leuven en Loo, en tot Duiven Nieuwgraaf. De boeren worden over het algemeen onder hun kerkdorpen gespecificeerd, zoals volgt: Ter herinnering, in de hele Liemers zijn er 50 hele, drieling en halve huishoudens, naast de keuterboeren en dagloners, in totaal 210.
|
Gantze bawung unter Wehl. Ad 2um Unter Wehl sein 5 gantze bawung dreijling 9 halbe bawung 26 köethers 13 taglöhners oder taghüerer 26 jedoch sein hierunter 8 oder 9 pauperes. Alt Sevenahr unter Alt Sevenahr sein gantze höfe 12 13 dreijling und halbe köther und taglöhnere 44 darunter pauperes 16. Kerspel Gruessen hat 8 heele 16 halbe und 37 köthers und taglöhners darunter pauperes 16
Kerspel Duijven heele 11 halbe 14 köthers und taglöhners 28 | Hele boerderijen onder Wehl.
Ad 2 Wehl Onder Wehl zijn er 5 hele boerderijen, 9 drieling boerderijen, 26 halve boerderijen, 13 keuterboerderijen en 26 dagloners, waarvan 8 of 9 armen.
Oud Zevenaar Onder Oud Zevenaar zijn er 12 hele boerderijen, 13 drieling en halve boerderijen, en 44 keuterboeren en dagloners, waarvan 16 armen.
Groessen Het dorp Groessen heeft 8 hele boerderijen, 16 halve boerderijen en 37 keuterboeren en dagloners, waarvan 16 armen.
Duiven Het dorp Duiven heeft 11 hele boerderijen, 14 halve boerderijen en 28 keuterboeren en dagloners. |
Ad 3um Das gewin und gewerb ist nur ad 225½ Rthlr ausgesatzt, idque ex eo capite, dass die hausleuthe fast ins gemein von den kriegenden theilen und partheijen täglich versocht und überfallen werden. In specie aber ist unter Wehl der anschlag aff die heele bawung gewezen 4 Rthlr, des hat man Wilhem van Raeij binnen Embrich wohnens, so alda keine güther aber etzliche hundert schaaffe hatte ad 9 Rdlrs angeslagen, auss diesen dreijlingen ist einer ad 2½, einer ad 1¾ einer ad 1 Rdlr 2 orth, zweij ad 5 orth, dreij ad 3 orth Rdlr. Die halbe bauersleuthe sein mehrentheilz ad 1 Rdlr und nur einer ad 2, die anderen ad einen halben oder dreij orth Rthlrs angeslagen. Deren taglöhner sein 5 oder 6 ad 1 orth Rthr, die reste aber, so nit pauperes, sein angeschlagen ad 7½ gemeine stueber. Alt Sevenahr Unter den heelen haussleuthen ist nur einer ad 6 ½ Rthr, einer ad 5, einer ad 4, einer ad 3 1 orth, dreij ieder ad 3, einer ad 2½, einer ad 2, 2 ieder ad 1 Rthlr angeschlagen. Auss den dreijlinge ist einer ad 2 Rthr, 8 ad 1½ und 4 ieder ad 1 taxirt. Köthern und taglöhnern sein alle so nit pauperes sein, ieder ad 1 orth Rthr ausserhalb zweij, deren einer ad 3 orth, der ander ad 2 orth Rthr taxirt.
Gruessen In diesem kirspel ist einer ad 5, fünff ieder ad 2, einer ad 3 orth Rthrs geschätzet, halbe deren seind zweij ieder ad 2, fünff ieder ad 1, zweij ad 3 orth, fünff ad 2 orth Rthr geschätzt. Auss den köthers und taglöhners sein// vier ieder ad 1 Rdlr, einer ad 3 orth, sechs ad 1 orth Rdlr, dreij ad 7½ stüber angeschlagen, reliqui sijnt pauperes.
Duijven Aus den geheelen sein dreij ieder ad 4 Rdlr, dreij ad 3, zweij ad2, dreij ad 1½ Rdlr taxiert. Aus diesen halben sein vier ad 1½ sechs ieder ad 1, einer ad 3 orth, zweij ieder ad 2 orth, einer ad 1 orth Rdlrs quotirt. Köther und taglöhnere, von diesen ist nur einer ad 3 orth, dreij ad 2 orth, zehen aber ieder ad 1 orth Rdlrs und einer ad 7½ gemeine stüber angeschlagen; reliqui sunt pauperes.
| Ad 3 Belastingen en Inkomsten
De belastingbijdrage van de Liemers bedraagt slechts 225,5 Rijksdaalder, vooral omdat de huishoudens voortdurend worden lastiggevallen en overvallen door de strijdende partijen.
In Wehl is de aanslag voor een hele boerderij vastgesteld op 4 Rijksdaalder. Wilhem van Raeij, woonachtig in Emmerik en bezitter van enkele honderden schapen maar geen land, is aangeslagen voor 9 Rijksdaalder. Van de drieling boerderijen is er één aangeslagen voor 2,5 Rijksdaalder, één voor 1,5 Rijksdaalder, één voor 1 Rijksdaalder en 2 ort, twee voor 5 ort, en drie voor 3 ort Rijksdaalder. De meeste halve boerderijen zijn aangeslagen voor 1 Rijksdaalder, slechts één voor 2 Rijksdaalder, en de overige voor een halve of drie ort Rijksdaalder. De dagloners betalen 5 of 6 keer 1 ort Rijksdaalder. De overigen, die geen armen zijn, betalen 7,5 gemeenschappelijke stuiver.
Oud-Zevenaar Van de hele boerderijen is er één aangeslagen voor 6,5 Rijksdaalder, één voor 5, één voor 4, één voor 3 en 1 ort, drie voor 3, één voor 2,5, één voor 2, en twee voor 1 Rijksdaalder. Van de drieling boerderijen is er één aangeslagen voor 2 Rijksdaalder, acht voor 1,5 en vier voor 1. Keuterboeren en dagloners die geen armen zijn, betalen 1 ort Rijksdaalder, met uitzondering van twee: één betaalt 3 ort en de ander 2 ort Rijksdaalder.
Groessen In dit kerkdorp is er één aangeslagen voor 5 Rijksdaalder, vijf voor 2, en één voor 3 ort Rijksdaalder. Van de halve boerderijen zijn er twee aangeslagen voor 2 Rijksdaalder, vijf voor 1, twee voor 3 ort, en vijf voor 2 ort Rijksdaalder. Van de keuterboeren en dagloners zijn er vier aangeslagen voor 1 Rijksdaalder, één voor 3 ort, zes voor 1 ort Rijksdaalder, en drie voor 7,5 stuiver. De overigen zijn armen.
Duiven Van de hele boerderijen zijn er drie aangeslagen voor 4 Rijksdaalder, drie voor 3, twee voor 2, en drie voor 1,5 Rijksdaalder. Van de halve boerderijen zijn er vier aangeslagen voor 1,5 Rijksdaalder, zes voor 1, één voor 3 ort, twee voor 2 ort, en één voor 1 ort Rijksdaalder. Van de keuterboeren en dagloners is er slechts één aangeslagen voor 3 ort, drie voor 2 ort, en tien voor 1 ort Rijksdaalder, en één voor 7,5 gemeenschappelijke stuiver. De overigen zijn armen. |
Ad 4um Die gantze Lijmers thut an mergenzahl 7754 morgen 475 rueden. So binnen als aussendicks welches theilss vor schlecht, davon 5 mergen, vor einen guten mergen, theilss etwas besser davon 3 vor einen, theilss noch besser davon 2 vor ein, auch 1½ vor einen angeslaagen worden. Wan aber dieselbe ländereij von slecht, mittelmässig und sonst, wie oben, zum besten lande reduciret wirdt, so befinden sich 4828 morgen, 120¾ theil rueden. Hiervan gehören unter Wehl 567 morgen, 366 und ⅔ part rueden ad guten mergen reducirt, des ausheimischen aber 299 mergen 500 rueden gleichfall zu guten morgen reducirt. Alt-Sevenahr ist gross mit seinen bauerschaften 2178 mergen, und 500⅓ parts rueden, davon gebrauchen die inheimische 1529 mergen und 466⅔ part rueden, reliquii als nemblich 651 mergen 96⅔ part ruede gehört den ausslandischen. Gruessen mit seinen bauerschafften ist gross 937 mergen 8⅓ part rueden, hiervon gehören den aussländischen 271 mergen 163 rueden, reliquum des landsfürsten und dieses landes unterthanen, nemblich 665 mergen 443½ rueden. Duijven Diess kirspel hat in mergenzahl 1136 mergen 382 und ⅓ rueden. Hiervon kommen den landsassen 645 mergen 116⅔ rueden. | Ad 4 De gehele Liemers omvat in totaal 7754 morgen en 475 roeden. Zowel binnen- als buitendijks, waarvan een deel slecht is, waar 5 morgen gerekend wordt als een goede morgen, een deel iets beter waar 3 morgen gerekend wordt als een, een deel nog beter waar 2 morgen gerekend wordt als een, en ook 1½ als een. Wanneer echter deze gronden van slecht, middelmatig en anderszins, zoals hierboven, herleid worden naar de beste grond, dan blijkt er 4828 morgen en 120¾ deel roeden te zijn. Hiervan behoort onder Wehl 567 morgen, 366 en ⅔ deel roeden herleid naar goede morgen, van de buitenlanders echter 299 morgen 500 roeden eveneens herleid naar goede morgen. Oud-Zevenaar is groot met zijn buurtschappen 2178 morgen en 500⅓ deel roeden, waarvan de inwoners 1529 morgen en 466⅔ deel roeden gebruiken, het overige, namelijk 651 morgen 96⅔ deel roeden, behoort aan de buitenlanders. Groessen met zijn buurtschappen is groot 937 morgen 8⅓ deel roeden, hiervan behoren aan de buitenlanders 271 morgen 163 roeden, het overige behoort aan de landsvorst en de onderdanen van dit land, namelijk 665 morgen 443½ roeden. Duiven Dit kerspel heeft in totaal 1136 morgen 382 en ⅓ roeden. Hiervan komen aan de lokale boeren 645 morgen 116⅔ roeden.
|
Ad 5. Wie ad 4 addendo, dass ieder mergen obengesetztermassen zum guten lande reduciret, zum wenigsten 5 oder 6 Rdlrs jahrlichs zur pfächtung thun solte, dess ist zu wissen, dass viel landen, wer mittelmässig aestimiret werden, weil die zuggräben, wäterung und schluisen nit der gebühre versehen, weill nun aber die schluisen zum Neuengrabe gebessert, als wirdt hiernegst das mittelmässig landt woll per se mit dasbeste sein, gestalt alsdan quenatitas der mergenzahl sich vergrossern wirdt. | Ad 5 Toevoegend aan Ad 4, dat elke morgen, zoals hierboven beschreven, herleid naar goede grond, minstens 5 of 6 Rijksdaalders jaarlijks aan belasting zou moeten opbrengen, is het goed te weten dat veel gronden als middelmatig worden beoordeeld, omdat de sloten, wateringen en sluizen niet naar behoren onderhouden worden. Nu echter de sluizen bij de Nieuwgraaf verbeterd zijn, zal hierna het middelmatige land vanzelf tot het beste land worden, waardoor de hoeveelheid morgen zal toenemen. |
Ad 6 Wird gesagt, dass der Gaffelzehndt an einichen orthern ihre churf drlt, an anderen örtheren aber particuliere gehöret. | Ad 6 Er wordt gezegd dat de gaffeltiende op sommige plaatsen aan de keurvorst toebehoort, terwijl deze op andere plaatsen aan particulieren toebehoort." |
Ad 7 Die geistliche oder weltliche, welche man freij gelassen mit ihren absonderlichen auschlag, haben an verscheidenenn örther 189 mergen 80 rueden, die geistlichen aber, so die selbe besitzen, sein vornemblich die pastores und vicaris in den vier obengesetzeten kirspelen. So haben auch die Creutzbrüdere zu Emmerich, Fraterherren zu Emmerich, und die Beginen von Sint Agneten binnen Emmerich die ihm besonderen auschlag und contingent haben, die selbe sein krafft der commission alhie freijgelassen, die Jesuiter haben auch einige ländereijen alda wie auch in der Nieder Hetter, zu dem aber besagten Jesuiten ländereij nit aber antiquo unter ihrem closter, das Kleine Convent genant, gehörig gewesen, so sein dieselbe nit also geistliche, sondern alss gemeine ländereijen alhie angeschlagen, sonsten haben die capitula von Embrich, Cleve und Cranenburg auch einige gütern.// | Ad 7 |
Ad 8 Wie ad 4 et 5 addendo, dass das stift Elten, einige auss dem stift Cöllen, fürstenthumb Gelder, graffschafft Zütphen und Berge, stift Utrecht, herr von Braeckel, Tengenagel und mehr andere, welche in den Newen Landbuch von parceel zu parceel specificiret stehen, alda aussheimische ländereijen besitzen, und ist zu wissen, dass im fürstenthumb Geldre (asusserhalb den Nimwegsche Quartier, wie dann auch in der graffschaft Zütphen und Berge) die Clevischer unterthanen alss aussheimische verdoppelt angeschlagen werden, da doch derselbe den affgerichteten concordaten schwer recht zu wieder ist. | Ad 8 Zoals in de punten 4 en 5 is toegevoegd, bezitten het Sticht Elten, enkele delen van het Sticht Keulen, het Hertogdom Gelre, het Graafschap Zutphen, de Heerlijkheid Bergh, het Sticht Utrecht, de Heer van Braeckel, Tengenagel en vele anderen, zoals specifiek per perceel beschreven staat in het Nieuwe Landboek, daar in de Liemers buitenlandse landerijen. En het is belangrijk om te weten dat in het Hertogdom Gelre (buiten het Kwartier van Nijmegen, evenals in het Graafschap Zutphen en Bergh) de onderdanen van Kleef als buitenlanders dubbel worden aangeslagen, hoewel dit in strijd is met de overeengekomen verdragen. |
Ad 9 In diesem ambt sein meines wissens keine clöster, die adeliche aber sein vor diesen, wie ess scheint mehr alss ietzo gewesen, und besitzet eigenthumblich ein bauer unter Gruessen zweij hovesassen (?) derselbe heist Bawman, ist nach allen apparentien Mennist, diese güter hat man keine adeliche freijheit geniessen lassen, sondern zum vollen angeschlagen. Unter Wehl befinden sich anitzo keine adeliche, sein auch alda nach angebung des schultzen und unterthanen keine adeliche häusere gewesen, gestehen aber well, dass sie einen Grüter in collectando biss weilen freij gelassen, weil er vor den kirspiel zu reisen und zu sollicitiren nicht gesäemet, wie woll das capitain Snieverth (?) sustiniren wolle, dassalda ein adelich hauss vormahlen seij gewesen, genant den Ulenpass, die unterthanen wollen solches nicht einraumen. 1. Unter Alt Sevenahr, bauerschafften Poelwich, Holthuesen, Babberg und opt Griet sortiren der marschalck Spiring wegen des hauses genant der Burg. Diess ist ein kornhauss gewesen, is von den abgelebten fürsten hochlöblicher gedächtenüss den Von Schmülling (welch eine bastart von Cleve getrauet) gegeben werden, hierbeij sein viele länden angekaufft, weil nun nit zu vermuthen, dass viel landes ausserhalb diess hauss gegeben worden, so ist Spijring nebens das hauss wenig gut gethan. 2. Enghausen gehöret den herrn Von Braeckel wegen seiner haussfrau, der von Aldenbockum, diess solle von bürgerliche persohnen, durch den hoffmeister Aldenbochum angekaufft sein, und solle ab initio gantz wenig dar zu freijgelassen, donec docleat, wass darunter sortire. 3. Das hauss zu Poelwich gehört den h. drosten in der Hetter, Heinrich Wilhelm von der Hoeven, dazu sein in diesen anschlag gutgelassen 13 morgen, davon 1½ vor einen guten angeschlagen, und also an guten lande 8 morgen 400 roeden, wass er des ends mehr gebrauchet, solle theilss angekaufft, theilss von der kirche pfachtgut sein. 4. Onna von Elss hat auch beij Babberg ein hauss, welches von ein capitul zu Cleve vormals pfacht, itzo aber zinssgut ist, derhalben auff den ritterzettul ihrer churf. drlt. auch nicht zu finden, weil dieser und sein vatter diesshalber verschrieben, so hat er auch freij bekommen zum guten lande reduciert 6 mergen, 200 rueden. 5. Palick von Heerde zu Camphausen sein gutgethan guten lande reducirt 16 mergen. 6. Heinrich von Zeller zu Halssaff sein an guten mergens gutgehan 10 mergen, 333½ ruede. 7. Juncker Cloeck zum Beerenclaw sein an guten mergen gutgethan 17 mergen. 8. Gossen Spijring hat zu Gruessen ein adeliche gut, welches vormahlen dem von Kouverden gehörig gewesen, ist wegen verabsäumung des dijcks ingenommen, und ist verkaufft, dazu gehört viel böses landts, auffen Löffensche feldt zu guten lande reduciert, sein hierzu gelegt 15 mergen ungefährlich. 9. Schmülling zu Duijven sein gutgethan ungefährlich 23 oder 24 mergen.// 10. Egeren zu Magerhorst sein gutgethan ungefährlich 10 mergen, dieser hat auch nit mehr praetendirt, gestalt dem wegen deren adelich; in alles gutgethan werden 121 mergen, 396⅔ rueden. [optelling tot 105/6 mergen 933½ rueden, waarschijnlijk door VN zelf] 11. Das hauss ins Loe ist aussendicks und wirdt vor kein adelich gut gehalten. 12. Grundstein ist gleichfalls baussen dijcks, dar vor sein gutgethan 50 mergen, weil aber dasselbe hauss an anderen verpfandet, so aussheimlich sein, so kompt das dobbelt dabeij, und sein over die 50 mergen einige inheimische herren creditoren oder pfandhälters ihr land gutgethan. 13. Capitain Cloeck hat in possessorio wieder die stadt Sevenahr sein hauss an und in Sevenahr gelegen, Schwanenpoel genant, vor adelich bekommen, weil sich aber nit findet, dass dazu ab antiquo einige adeliche landen gewesen, so ist ihm in den auschlag nichts gutgethan, darnacher hat er wenig mergen, so von dem hauss Beerenklaw her, sollen kommen anbeij ihrer churf. drlt. regierung gut bekommen. | Ad 9 Onder Wehl bevinden zich momenteel geen adellijke goederen. Volgens de verklaring van de schout en de onderdanen zijn daar ook nooit adellijke huizen geweest. Ze geven wel toe dat ze een zekere Grüter bij het innen van belastingen soms vrijstelling hebben gegeven, omdat hij zich niet onbetuigd heeft gelaten door voor de parochie te reizen en te pleiten. Hoewel kapitein Snieverth volhoudt dat daar vroeger een adellijk huis heeft gestaan, genaamd de Ulenpass, willen de onderdanen dit niet toegeven. 1. Onder Oud-Zevenaar, de buurtschappen Poelwijk, Holthuizen, Babberich en op 't Griet, ressorteert de maarschalk Spiring vanwege het huis genaamd de Burcht. Dit was een korenhuis en is door de overleden vorsten van gelukkige nagedachtenis geschonken aan Smulling (die gehuwd was met een bastaard van Kleef). Hierbij zijn veel landerijen aangekocht. Omdat het niet waarschijnlijk is dat veel land buiten dit huis is geschonken, heeft Spiring naast het huis weinig goederen die niet dienen te worden belast. 2. Enghuizen behoort toe aan de heer Van Braeckel vanwege zijn vrouw, Van Aldenbockum. Dit zou door burgerlijke personen zijn aangekocht via de hofmeester Van Aldenbockum en zou aanvankelijk weinig vrijstelling hebben genoten, totdat bewezen wordt wat hieronder ressorteert. 3. Het huis te Poelwijk behoort toe aan de drost van de Hetter, Heinrich Wilhelm van der Hoeven. Hiervoor zijn in deze aanslag 13 morgen vrijgesteld, waarvan 1½ als goed is aangeslagen, en dus aan goed land 8 morgen en 400 roeden. Wat hij daarnaast meer gebruikt, zou deels zijn aangekocht en deels pachtgrond van de kerk zijn. 4. Onna van Elss heeft ook bij Babberich een huis, dat vroeger door een kapittel in Kleef werd gepacht, maar nu cijnsgoed is. Daarom is het niet te vinden op de riddermatige lijst van hun keurvorstelijke doorluchtigheid. Omdat hij en zijn vader hiervoor hebben getekend, heeft hij ook vrijstelling gekregen, wat neerkomt op 6 morgen en 200 roeden goed land. 5. Palick van Heerde te Camphuizen heeft vrijstelling gekregen, wat neerkomt op 16 morgen goed land. 6. Heinrich van Zeller te Halssaff heeft vrijstelling gekregen, wat neerkomt op 10 morgen en 333½ roeden. 7. Jonker Cloeck van Beerenclaw heeft vrijstelling gekregen van 17 morgen goed land. 8. Gossen Spijring heeft te Gruessen een adellijk goed, dat vroeger toebehoorde aan Van Kouverden. Het is vanwege verwaarlozing van de dijkbelasting in beslag genomen en verkocht. Hierbij hoort veel slecht land. Op het Löffensche veld is het omgerekend naar goed land, wat neerkomt op een vrijstelling van ongeveer 15 morgen. 9. Schmülling te Duijven heeft vrijstelling gekregen, wat neerkomt op ongeveer 23 of 24 morgen. 10. Egeren te Magerhorst heeft een vrijstelling van ongeveer 10 morgen gekregen. Hij heeft ook niet meer gepretendeerd, aangezien dit vanwege de adellijke status is goedgekeurd. In totaal is er vrijstelling verkregen voor 121 morgen en 396⅔ roeden. [Optelling tot 105/6 morgen en 933½ roeden, waarschijnlijk door VN zelf.] 11. Het huis in het Loe ligt buitendijks en wordt niet als een adellijk goed beschouwd. 12. Grundstein ligt eveneens buitendijks. Hiervoor is 50 morgen goedgekeurd. Omdat dit huis aan anderen is verpand, die buitenlanders zijn, komt hier een dubbele aanslag bij. Boven de 50 morgen zijn enkele inheemse heren crediteuren of pandhouders hun land goedgekeurd. 13. Kapitein Cloeck heeft in een possessoire procedure tegen de stad Sevenahr zijn huis, gelegen in en nabij Sevenahr, genaamd Schwanenpoel, als adellijk erkend gekregen. Omdat echter niet is gebleken dat hier vanaf oudsher adellijke landerijen bij hoorden, is hem in de aanslag niets vrijgesteld. Daarna heeft hij voor enkele morgen, die van het huis Beerenklaw afkomstig zouden zijn, bij hun keurvorstelijke doorluchtigheid vrijstelling verkregen.
|
Ad 10 Die ausserwerthslandern ertragen sich in alles an guten lande reducirt 168 mergen 550 rueden. Ess sein aber davon abgezogen wegen ihrer churf. drlt. deren adeliche und geistliche alda lieggende landen 84 mergen 550 rueden. Sonsten ertragen deren ausheimischen landen, so binnen als baussen dichs sich in alles - 1710 mergen 267⅓ rueden. | Ad 10 |
Ad 11 Unter dass gantze ambt sein gemeinheiten, vornemblich aber unter Poelwich, Gruessen, Duijven und Loe, die gemeine von Gruessen und Duijven sein nebens der kirchenlanden vor ein grossen theil an einige von Emmerich verzetzet, davon Jacob Kilian einer ist, können woll zweij oder dreijmall so viel thun alss ihr pension solte betragen, stimde? derhalben zu resolviren, ob man ihnen pfandhälteren nit solle befehle thuen die fructus zu berechnen, davon gebührliches interesse (wie man von land ordinari, nemblich dreij ode vier pro cento hat zu rechnen, und das übrig in defalcationem sortis zu nehmen. Hierdurch könten die arme leuthen etwas geholfen werden. | Ad 11 |
Weill nun eijdts und pflichtshalber ich diess alles habe müssen vorbringen, also wolte ich gebetten haben, dass man den adelich insgemein diess nit sondern allein den commissarien communiciren, und dass den commissariën befohlen würde, auff ihren eijdt nichts davon an anderen zu entblössen, solle sunsten beij den adelichen wenig dancks verdienen. Zu dem auch eur. churf. drlt. in der commission am 15 januarij 1633 abgangen gnädigst versprochen wegen der angewandten mühe ein gnädigst recompens und gnade zu thun, alss woll unterthänigst dieselbe gnade erwarten. Signatum Emmerich am 9 februarij anno 1634. J. Avercamp dr. P.S. Die taggelder vor den commissarien, beide richter sampt adelich und nicht adelich, ertragen sich 110 Rdlr 10 st, des richters und botten recepturgelder 44 Rr 13¾ st. | Omdat ik dit alles uit plichtsbetrachting en onder ede heb moeten voorleggen, zou ik willen verzoeken dat dit niet aan de adel in het algemeen wordt meegedeeld, maar alleen aan de commissarissen. En dat de commissarissen wordt opgedragen om, op hun eed, hierover niets aan anderen bekend te maken, anders zal dit bij de adel weinig dank opleveren. Verder heeft uw keurvorstelijke doorluchtigheid in de commissie van 15 januari 1633 genadiglijk beloofd, vanwege de getoonde inspanningen, een genadige beloning en gunst te verlenen. Daarom verwacht ik onderdanig deze genade.
P.S.
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten